Hypo’s en hypers

Wanneer je diabetes hebt, zullen er pieken en dalen in je bloedsuikerwaarden zijn. Deze pieken en dalen worden ook wel hypo’s en hypers genoemd.

Een hypo

Wanneer je bloedsuikerspiegel onder de 4 mmol/l komt, heb je een hypo. Waarschijnlijk heb je dan:

• Te veel insuline gespoten in vergelijking met het aantal gegeten koolhydraten
• Te lang niet gegeten
• Te intensief gesport

Hoe herken je een hypo?

Gelukkig kan je het aanvoelen wanneer je bloedsuiker laag zit. Dit merk je aan de volgende dingen:

• Hoofdpijn
• Hongerig zijn
• Moe zijn
• Duizelig zijn
• Hartkloppingen
• Trillen
• Zweten
• Ongeconcentreerd zijn
• Wisselend humeur

Wat moet je doen bij een hypo?

Wat diabetespatiënten vaak wordt aangeraden, is om een aantal glucosetabletten in te nemen wanneer zij in een hypo zitten. Deze worden namelijk erg snel in het bloed opgenomen. Het aantal tabletten is van te voren afgesproken met een diabetesverpleegkundige, dit verschilt namelijk per persoon. Naast deze tabletten kan je ook iets zoets eten of drinken.

Een hyper

Wanneer je bloedsuikerspiegel boven de 10 mmol/l komt, heb je een hyper. Waarschijnlijk heb je dan te weinig insuline gespoten in vergelijking met het aantal gegeten koolhydraten, of niet gespoten.

Hoe herken je een hyper?

Gelukkig kan je het ook aanvoelen wanneer je bloedsuiker te hoog zit. Dit merk je aan de volgende dingen:

• Veel plassen
• Veel dorst hebben
• Plotselinge humeurigheid
• Vermoeid en lusteloosheid
• Wazig zien
• Misselijk zijn of overgeven
• Geen eetlust of juist hongerig zijn

Wat moet je doen bij een hyper?

Om uit de hyper te komen kun je, als je gebruik maakt van insuline, insuline bij spuiten. Ook helpt het om veel water te drinken. Het lichaam wil namelijk zelf het teveel aan suiker uit het bloed lozen, vandaar dat je veel moet plassen. Door water te drinken, help je je lichaam een handje mee. Ten slot is beweging erg goed. Wanneer je beweegt, verbranden je spieren de suiker in je bloed.

De gevolgen

Het kan geen kwaad wanneer je af en toe een hypo of hyper hebt. Wanneer dit regelmatiger voor begint te komen, is er mogelijk een andere behandeling nodig. Vaak pieken en dalen in je bloedsuikerwaarden kunnen namelijk op de lange termijn zorgen voor lichamelijke complicaties, zoals hart- en vaatziekten. Op de korte termijn kan het ook erg gevaarlijk zijn. Wanneer je in een hypo of hyper zit, kan je flauwvallen of zelfs in een coma terecht komen. Zorg er daarom altijd voor dat je je diabetesspullen op orde hebt en regelmatig je bloedsuiker controleert.